Hoewel binnen de STO-regio Rotterdam-Noord hard werd gewerkt om meer leerlingen te laten kiezen voor een opleiding in de techniek, was het aantal meisjes in de technische profielen beperkt. De STO-regio vroeg daarom aan VHTO om een Gender Scan uit te voeren bij vijf scholen. De VHTO Gender Scan geeft een advies hoe scholen een genderinclusieve leeromgeving kunnen bieden met als doel de techniekopleidingen aantrekkelijker te maken voor meisjes.
Volgens Simon Baars, directeur innovatie bij LMC Voortgezet Onderwijs en Programmamanager Sterk Techniekonderwijs Rotterdam Noord, en een van de initiatiefnemers van de Gender Scan is het de afgelopen jaren steeds aantrekkelijker geworden om voor techniek te kiezen voor leerlingen en professionals, omdat de techniek steeds schoner, ‘dagelijkser’ (techniek is overal) en minder zwaar is geworden. Binnen de leeromgevingen van scholen is met STO-gelden geïnvesteerd in mooie, schone en moderne lokalen. Toch bleef het aantal meisjes bij sommige profielen achter, denk aan de profielen Produceren, Installeren en Energie (PIE), Bouwen, Wonen en Interieur (BWI) en Mobiliteit en Transport. “We wilden weten wat we nog meer konden doen om meisjes te verleiden om voor een technische richting te kiezen”, zegt Baars. “Als we bij deze profielen het aantal meisjes jaarlijks kunnen laten groeien, dan zou ik daar heel tevreden mee zijn.”
Als je meer meisjes wilt interesseren voor een technische of IT-richting en daarvoor advies zoekt, dan kom je al snel bij VHTO uit, zegt Baars. VHTO ontwikkelde een Gender Scan die op verschillende punten de onderwijsomgeving onderzoekt; er wordt bijvoorbeeld gekeken naar organisatie en beleid, naar keuzebegeleiding en ook naar onderwijs en didactiek. VHTO doet cijfermatige analyses en houdt (groeps)interviews met betrokkenen, zoals docenten en leerlingen. De Gender Scans zijn ontwikkeld op basis van wetenschappelijke inzichten.
Veilige omgeving
Baars was vanuit het Experience College betrokken bij een van de Gender Scans. “Bij het eindgesprek ben ik daarom aanwezig geweest. Dat was een mooi en open gesprek. VHTO heeft kunnen zorgen voor een veilige omgeving tijdens de gesprekken met docenten en leerlingen. Ik kreeg de indruk dat mensen zich hebben kunnen uiten. Van leerlingen kregen we terug dat ze het leuk vonden om deel te nemen, ze voelden zich gehoord.”
Op basis van deze gesprekken en de beschikbare data schreef VHTO een adviesrapport. “We vonden het belangrijk om te weten welke dingen we al doen die goed gaan en wat we nog beter zouden kunnen doen”, zegt Baars. Uit het rapport kwam naar voren dat een aantal acties die al werden ingezet ook van belang waren. “Bijvoorbeeld de voorlichtingsactiviteiten waarbij we ook ouders betrekken. Helaas is dat door corona op een laag pitje komen staan, maar dat gaan we nu zeker hervatten.”
Daarnaast waren er adviezen over de website of het LOB-traject. “VHTO legde uit dat de leerlingen niet altijd duidelijk hebben als ze iets doen welk beroep daarbij hoort. Daarom hebben we nu bij alle opdrachten in de onderbouw aangegeven bij welk profiel, keuzevak en/of welk beroep zo’n opdracht hoort. Dat doen we door bijvoorbeeld ‘Vind je dit een leuke opdracht, kies dan voor het profiel PIE’ bij de opdrachten aan te geven.” Een ander advies ging over het laten ervaren van het maatschappelijk nut. “Kinderen vinden het belangrijk om dat te weten. We geven daarom bij de stages binnen de profielen aan welke van de stages een duurzame stage zijn.”
Het Experience College heeft alle adviezen ter harte genomen. “Alles wat in zo’n advies zit helpt, al zijn het geen grote dingen die alles op z’n kop gaan zetten.” Er zaten ook adviezen tussen die moeilijk te realiseren waren, zegt Baars. “Bijvoorbeeld het verhogen van het aantal vrouwelijke docenten. Ik heb daarvoor echt mijn best gedaan en verschillende vrouwelijke docenten aangeschreven via LinkedIn dat we een mooie vacature hebben, maar we hebben helaas nog geen vrouwelijke docent gevonden.”
Niet in de la
Baars laat het rapport niet in de la verdwijnen. “Het schooljaar is weer gestart en ik ga daarom weer met de docenten om tafel zitten om het weer onder de aandacht te brengen. Er zitten adviezen in die goed zijn om weer eens te bespreken, bijvoorbeeld hoe ga je om met een groep als er maar enkele meisjes in zitten.”
“Of het echt effect heeft, dat is na een jaar moeilijk te meten”, zegt Baars. “Door corona is het in de scholen ook een rare tijd geweest, dat maakt het helemaal lastig om de voortgang te zien. We zijn heel blij met het rapport. Misschien is het niet wereldschokkend wat erin staat, maar het zijn allemaal adviezen waar je iets mee kunt. Het is een kwestie van bijschaven. Je doet dingen goed, maar weet dat het nog beter kan. Zo kun je weer een stapje zetten.”
Over VHTO Gender Scans voor onderwijsinstellingen
Het maken van een Gender Scan is een belangrijke eerste stap bij het vergroten van de instroom én behoud van vrouwelijke studenten. Het doel van de Gender Scan is het bieden van een nulmeting waaruit blijkt in hoeverre beleid en activiteiten in gelijke mate gericht zijn op mannelijke en vrouwelijke studenten en personeelsleden, en in hoeverre daar ook rekening mee wordt gehouden bij beleid(svorming) en activiteiten.
Daarnaast biedt de Gender Scan handvatten voor de instelling/opleiding om een verbeterplan op te stellen en deze te implementeren. De verschillende onderzoeksstappen van de Gender Scan (zoals gesprek met management, sessie met docenten en interviews met staf) zijn op zichzelf interventies die als neveneffect leiden tot meer bewustwording bij het management, docenten en staf, en inzicht bieden tot concrete handvatten voor meer genderinclusief onderwijs.
De Gender Scan is onderverdeeld in zes aspecten van het onderwijsproces. Per deelgebied wordt gezocht naar mogelijkheden om de genderfocus te versterken en drempels voor vrouwen weg te halen. In de tabel hieronder is een nadere uitwerking van deze deelgebieden opgenomen.
Meer over de Gender Scan bij onderwijsinstellingen, ga naar onze aanbodpagina.