Het zijn onze rolmodellen die helpen om jonge meiden te laten zien dat technologie ook hún wereld is. Meer vrouwen in de techniek en IT betekent vooruitgang voor de sector, voor de samenleving én voor gendergelijkheid en eerlijke kansen.
Twinkel Soekhoe – 2e jaars studente Open ICT en Studentmentor Open-ICT, Hogeschool Utrecht. VHTO rolmodel sinds 2023.
- Hoe ben je bij VHTO uitgekomen en wat was de belangrijkste reden om rolmodel te worden?
“In mijn eerste leerjaar op de HU was er een docente met wie ik heel goed contact had. Van haar heb ik veel steun gekregen en ik kon bij haar terecht met vragen als ik soms wat vastliep in de opleiding. In de aanloop naar de open dagen had ik ook veel contact met haar en natuurlijk ook tijdens de open dag zelf. Ze had gemerkt hoe ik met jonge leerlingen om ga en vroeg of het wellicht interessant zou zijn voor mij om gastles te geven. Zelf zit zij in het platform Vrouwen in ICT en weet hoe belangrijk het is. Door haar ben ik bij VHTO voorgedragen als rolmodel, zelf kende ik jullie niet.
Zelf heb ik nooit een technisch rolmodel gehad. Mijn moeder is mijn allergrootste rolmodel, ik bewonder haar enorm in alles wat zij doet en hoe ze in het leven staat. Zij werkt in een heel andere sector, als preventie assistente in een tandartspraktijk. Mijn vader is lasser, maar hij heeft vroeger nooit veel over zijn werk gepraat. Nu in een technische opleiding volg, praat hij wel veel meer, ook al is ICT natuurlijk heel anders dan lasser. Mijn ouders hebben mij altijd gesteund in de keuze van mijn opleiding. Ze hebben wel kritische vragen gesteld, maar meer om te weten dat het iets was wat ik écht wilde. Dat zouden ze bij elke opleiding gedaan hebben, gewoon omdat voor de zekerheid dat het een weloverwogen keuze zou zijn.
Ik hou van make-up, sieraden en shoppen, waardoor ik niet direct pas in het standaardbeeld wat mensen vaak van een it’er hebben. Mijn zusje van 14 volgt mijn voorbeeld. Niet alleen raakt zij nu ook geïnteresseerd in sieraden en make-up; ze denk ook na over een technische opleiding! Die interesse in techniek zou er niet zijn als zij niet bij mij zou zien hoe leuk techniek kan zijn. Ze spiegelt zich echt aan mij! Voor mij is dit een reden om andere meiden te laten zien dat techniek ook een studierichting voor hén kan zijn.”
- Hoe kijk je naar de samenwerking en wat is je het meeste bijgebleven?
“De goede voorbereiding en ondersteuning vanuit VHTO is heel prettig. Ik krijg een basis presentatie aangereikt, maar kan deze aanpassen naar hoe ik wil om mijn verhaal te kunnen vertellen op mijn manier. Samen met Andju heb ik gekeken wat er eventueel weg kan of hoe ik het wellicht op een andere manier kan vertellen. Er wordt tegen me gezegd: ‘Vind het leuk, doe vooral je eigen ding. Het is jouw verhaal, jouw presentatie.’ Ik hoef niks op te lezen maar kan het gewoon helemaal van míj maken.”
- Wat is de meest opmerkelijke vraag of opmerking die je hebt gekregen?
“Ik krijg wel eens te horen dat ik heel goed de aandacht kan trekken. Hoe? Eigenlijk doe ik niets bijzonders, maar ik maak contact met de klas. Het ligt er wellicht ook aan dat ik op één volume niveau praat. Ik ga niet harder praten als mensen door me heen praten. Ik stop even, kijk hen daarna aan en praat rustig verder. Daarmee kan ik laten zien dat ik ze zie. Vervolgens krijg ik hun volledige aandacht en doen de leerlingen weer actief mee. Een tijdje geleden is een foto gemaakt waarop ik het zelf ook zag. Ik stond voor de klas en echt iedereen keek naar me. Ik herinner me dat het toen ook echt rustig was in de klas en dat de leerlingen luisterden.
Er zaten wat meiden voor me die na afloop naar me toe kwamen en zeiden dat ze het enorm cool vonden dat ik dit deed. Ik heb bijvoorbeeld op school een eigen project gestart. Dat hebben we op een bepaald moment op een basisschool kunnen testen. Ik had een robotknuffelbeer gemaakt die door middel van AI kon terugpraten. Jij kon tegen die knuffelbeer praten; die data was verbonden met een laptop waar een maatschappelijk medewerker vervolgens tekst invoerde die door de robotbeer weer uitgesproken werd naar het kind. Voor kinderen is het gemakkelijker om informatie te delen met een knuffelbeer dan om te praten tegen een onbekende volwassene. Dus er kon een gesprek met een maatschappelijk werker gevoerd worden zonder dat deze in dezelfde ruimte hoefde te zijn.”
- Wat wil je meegeven aan potentiële rolmodellen en scholen over dit onderwerp?
“Wat mij betreft moet er op school eerder en meer aandacht aan techniek besteed worden. Vanaf groep 4 kan computerles gegeven worden, er zijn veel mogelijkheden voor eenvoudig programmeren op een speelse manier. Het zou heel normaal moeten zijn, net als rekenen en taal. ICT en techniek is de toekomst, daar moet dus nú al mee begonnen worden om toekomstige generaties al op jonge leeftijd daarmee bekend te laten raken, zodat techniek ook voor iedereen een mogelijkheid is voor de toekomst. Als ik kijk naar middelbare scholen, dan moet daar al in de brugklas mee begonnen worden. En ook in het één na laatste studiejaar op de middelbare school zou er veel meer aandacht aan besteed moeten worden aan alle aspecten van techniek, zodat jongeren zien hoe breed techniek is en hoeveel mogelijkheden het biedt. Het is meer dan één vak wat maar één of twee uurtjes per week gegeven wordt. Zelf ben ik pas in mijn examenjaar achter deze studie gekomen, terwijl ik me er graag eerder in had willen verdiepen en het zou heel veel stress weggenomen hebben. Voor mij was het een lastig proces om een keuze voor een vervolgstudie te maken. We mochten wel gaan kijken bij bepaalde hogescholen, maar dat waren meer de standaardstudies. Terwijl dat net niet de opleidingen waren die mij aanspraken. Ik heb veel stress ervaren omdat ik gewoon niet wist welke opleiding ik moest kiezen.
Uiteindelijk wel bij deze opleiding terechtgekomen en ik wist meteen dat dit iets was voor mij, dat ik deze opleiding wilde gaan volgen. Van mijn hele klas zijn alleen mijn beste vriendin en ik een technische studie gaan doen. Beiden hebben we in het individuele gesprek met de rector over de vervolgstudie de vraag gekregen of we zeker wisten dat dit iets zou zijn voor ons, of we zeker wisten dat het ons zou lukken. Op mij heeft dat een heel vreemde indruk gemaakt. In plaats van dat hij blij wat dat we heel bewust een studie gekozen hadden maakte hij zo’n opmerking. Ik vraag me nog altijd af of hij die opmerking ook gemaakt zou hebben als een jongen tegenover hem gezeten zou hebben. Andere vriendinnen die bijvoorbeeld een opleiding in de zorg gingen volgen, of rechten wilden doen, kregen die vraag niet.
Tegen meiden en vrouwen die erover nadenken om rolmodel te worden maar twijfelen, zou ik zeggen: Doen! Iedereen kan een voorbeeld zijn voor een ander, en als ik door mijn verhaal te vertellen iemand anders kan inspireren of tot nadenken kan aanzetten, dan kunnen veel meiden en vrouwen in de technische sector dat ook.”
- Wat heb je er persoonlijk van geleerd?
“Het is me opgevallen dat er heel veel interesse is voor techniek onder meiden. Maar het is me ook opgevallen dat er niet genoeg aandacht op school aan wordt gegeven. Dat het voor meiden gewoon niet altijd duidelijk is wat de impact van techniek is. Voor mij was het besef wat voor impact ik door mijn studie zou kunnen hebben heel belangrijk. Ik vond en vind het heel belangrijk om te weten dat mijn baan straks écht een rol kan spelen in het leven van anderen. Ik merk dat dat voor veel meiden zo is. Als ik mijn verhaal vertel, zie ik echt ogen open gaan. Zo van: Ok, dat kan ook, zoiets wil ik ook. Het is totaal niet zo dat ik alleen maar achter mijn laptop zit om een game te maken, want dat is vaak nog steeds het beeld wat mensen hebben over ICT en programmeren. Het is belangrijk dat mensen weten dat het anders is. Dat het meer is dan dat, dat ik meer doe en ben dan dat.
Het belangrijkste wat ik merk, is dat ik zie dat ik als rolmodel echt een impact op de meiden heb, dat ik hen tot nadenken kan aanzetten. Het is echt heel erg mooi als ik dat zie en hoor. Dan weet ik precies waar ik het voor doe.”