banner

Door een keten van toevalligheden kwam VHTO Leading Lady en hoogleraar Patricia Lago in de software engineering terecht. Nu is ze een vooraanstaand onderzoeker op het gebied van duurzame software en energiebewustzijn. “Hoogleraar worden was echt een mijlpaal. Gedurende het traject heb ik me vaak afgevraagd of dit het wel was. Soms terecht ook.”

Patricia Lago koos het vak programmeren als specialisatie op de middelbare school, omdat ze wist dat ze de alternatieve specialisaties niet zag zitten. Het was 1986 en ze wist eigenlijk niet waarvoor ze koos. “Ik wist niet wat het was, maar ik wist dat het alternatief niets voor mij was. Ik koos het dus per ongeluk en ik vond het leuk. Het was een lucky shot.”

Een blinde keuze was het, maar het bleek een goede. Nu is Lago hoogleraar in de software engineering aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Ze leidt daar de onderzoeksgroep Software en Sustainability. De Norwegian University of Science and Technology (NTNU) gaf haar onlangs een eredoctoraat voor haar bijdrage aan het onderzoeksgebied duurzame software.

Relevantie en een belangrijke rol

Dat ze uiteindelijk in dit onderzoeksveld software engineering terechtkwam, kwam door een keten van gelukkige toevalligheden, zegt ze. De eerste was de keuze voor het vak programmeren, zodat de studie computerwetenschappen een keuze werd. Daarna was het de verdieping in het vak software engineering. “De studie Computerwetenschappen aan de Universiteit van Pisa was heel theoretisch. Dat vond ik minder leuk. De twee software engineering vakken die ik deed waren wat meer gelinkt aan echte problemen. Het was nog steeds niet heel toepasbaar, maar je kon wel zien wat je met computerwetenschappen zou kunnen doen. Ik vroeg daarom mijn professor of ik onder zijn leiding een onderzoek kon doen. Hij gaf me een thesisonderzoek dat naar Duitsland leidde.”

Relevantie heeft altijd een belangrijke rol gespeeld bij haar onderzoeksonderwerpen, zegt ze. “Je hebt veel onderzoek – ook in de computerwetenschappen en software engineering – wat heel theoretisch is. Dat betekent niet dat het in de toekomst niet relevant kan zijn. Ik word geïnspireerd door de complexe problemen waar de samenleving mee kampt. Dat gaat niet alleen over duurzaamheid, maar ook over een sociaal aspect als digitale inclusie.” Haar onderzoek richt zich daar nu op.

Een ander aspect in haar onderzoek is dat het een innovatieve component moet hebben. “Innovatie vind ik heel inspirerend.” Ze was een van de eerste onderzoekers die aan de slag ging met het thema Architectual Knowledge. “Nu zijn er veel collega’s die in dit vakgebied werken. Ik ben vertrokken om me te gaan richten op onderzoek naar duurzame software en energiebewustzijn. Toen ik begon, werd niet begrepen dat het ook een vakgebied was dat bij software engineering hoort. Nu is het iets dat normaal gevonden wordt. Daar ben ik wel trots op, dat ik een paar onderzoeksgebieden hebben kunnen starten die nu mainstream geworden zijn.”

Verhuizing goede en slechte kansen

In Duitsland ging ze aan de slag bij een Europees onderzoeksproject. “Daardoor kwam ik in contact met veel internationale onderzoekers. Toen ik bijna klaar was, kreeg ik van de Technische Universiteit in Turijn de vraag of ik daar onderzoek wilde doen. Dat verzoek kwam via mensen die ik tijdens mijn thesisonderzoek had leren kennen.” Lago ging naar Turijn voor een onderzoek contract van een jaar. “Ik wist nog niet wat ik wilde doen na mijn afstuderen. Daarom zei ik dat een onderzoek van een jaar wel wilde proberen.” Eenmaal in Turijn vond ze het onderzoeksveld en het onderzoek leuk genoeg om een PhD te starten en later een positie als universitair docent.

Deels door de liefde kwam ze in Nederland terecht, hoewel zij en haar man eerst twee jaar in Italië woonden en werkten. “Voor mijn man was het geen goede keuze om te werken in Italië. Omdat universiteiten overal ter wereld zijn, besloten we te kijken of ik in Nederland aan de slag zou kunnen. Ik solliciteerde op een onderzoekspositie in Amsterdam en daarna verhuisden we.”

Die verhuizing naar Amsterdam leverde in eerste instantie wel wat vertraging voor haar carrière op, weet ze nu. “Ik had in Italië al een vaste aanstelling als universitair docent, maar moest hier in Amsterdam toch weer onderaan de ladder beginnen. Ik wist dat niet – het systeem van functieschalen en posities is in Nederland heel anders dan in Italië. En omdat het salaris – door hogere kosten in Nederland – wel hoger was, had ik het pas laat door. Ik denk dat het me vijf jaar vertraging heeft opgeleverd.” Daarom adviseert Lago nu nieuwe internationale collega’s om goed door te vragen wat ze waard zijn. “Als we goede mensen willen aannemen, dan moeten we ze ook op de juiste waarde schatten.”

Inhoudelijk gezien was de verhuizing vanuit Italië wel een goede stap, zegt ze. “Binnen software-architectuur gebeurt in Nederland veel meer dan in Italië. Er is veel kennis en kunde op het gebied van software. Als ik met mensen binnen een bedrijf praat, dan zijn het vaak experts op dit gebied. Daar werk ik dan mee samen.” Het heeft ervoor gezocht dat ze veel interessante projecten heeft kunnen doen. En omdat ze met goede mensen kon samenwerken, levert dat voor haar onderzoek interessante perspectieven op.

Zichtbaar zijn is belangrijk

Ze is er trots op dat ze uiteindelijk hoogleraar werd en dat ze benoemd is tot gehonoreerd professor in de Noorse universiteit. “Hoogleraar worden was echt een mijlpaal. Gedurende het traject heb ik me vaak afgevraagd of dit het wel was. Soms terecht ook. Want je wilt hoogleraar worden omdat je onderzoek wilt doen, maar uiteindelijk ben je ook veel aan het managen. Je moet het wel echt willen.” Een advies dat ze in die periode ter harte nam, is dat je niet alleen hoogleraar wordt omdat je wetenschappelijke doelen hebt, ook persoonlijke doelen spelen een rol. “Zeker in Nederland heb je een verantwoordelijkheid als hoogleraar. Je geeft niet alleen onderwijs of doet onderzoek, je wordt door media ook vaak om je mening gevraagd.”

Een van die mensen, met wie ze nu ook nog goed contact heeft, is Hans van Vliet. Hij leidde de onderzoeksgroep toen ze naar Nederland kwam. “Hans leerde me dat je veel besluiten maakt tijdens je onderzoek en dat je aan het eind met je eigen moraal moet leven. Soms moet je zeggen wat je denkt, maar daar maak je niet altijd vrienden mee.”

Een andere les die ze leerde, is dat je zichtbaar moet zijn. “Ik dacht altijd dat mensen het wel zien, als je goed je best doet. Dat is niet zo. Je hoeft het niet groter te maken dan het is, maar zorg wel dat je zichtbaar bent. Veel mensen zijn te bescheiden, vooral vrouwen op mijn onderzoeksgebied. Dat kan in je nadeel werken in je carrière.” Voor werkgevers heeft ze een tip de andere kant op, namelijk ben je bewust van je genderbias. “Gelukkig hebben mannelijke collega’s met zussen of die gevoelig zijn op dit gebied meer affiniteit voor dit genderprobleem is mijn ervaring. Dat is fijn, want soms is het zelfs voor mij, als full professor, met mijn leeftijd en als lid van het managementteam, lastig om serieus genomen te worden. Dat doen mensen niet bewust. Ze zijn het niet gewend. We hebben aan de VU 13 hoogleraren op het gebied van computerwetenschappen, waarvan twee vrouwen. Dus het gaat niet alleen om genderbiastrainingen, ook een meer agressief beleid om meer vrouwen aan te nemen is nodig.”

Die zichtbaarheid had ze zelf graag ook als advies gekregen, maar een andere tip die ze graag had gehad is het belang van samenwerken en de meerwaarde van een coach of mentor. “Door samen te werken met iemand die beter is dan jij kun daarvan leren en die persoon kan je helpen in je carrière. Vrouwen werken te vaak alleen.” En ze zet haar ervaring en kennis inmiddels ook in om andere jongere onderzoekers te helpen. “Het is fijn als je iemand hebt met wie je ideeën kunt uitwisselen. Mensen maken vaak dezelfde fouten. Ik hoop de jongere generatie te behoeden voor de fouten die ik maakte. Het kost je niets, maar het levert je veel op. Door ze hulp te bieden, geef je die hulp aan een generatie met innovatieve ideeën. Door je ervaring te delen kunnen zij met nog betere ideeën komen.”

Patricia Lago is hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) en hoofd van de groep Software and Sustainability binnen de afdeling Informatica. Patricia studeerde Informatica aan de University of Pisa (Italië) en behaalde haar PhD aan de Politecnico di Torino (Italië) waar zij in 1998 assistent-hoogleraar software engineering werd. Vanaf 2003 is Patricia werkzaam aan de VU bij de afdeling Informatica waar zij onderzoek doet op het terrein van software architectuur met een speciale focus op de relatie tussen software, energie en duurzaamheid.

Tekst: Rian van Heur