banner

Willen we meer vrouwen in technische rollen, dan hebben we de steun van mannelijke bondgenoten nodig. Het is een van de lessen die SaharYadegari leerde in haar eerste jaar als directeur van VHTO Expertisecentrum Genderdiversiteit in bèta, techniek en IT. In deze blog beschrijft ze de vijf lessen die ze leerde in haar eerste jaar.

In mijn eerste jaar als directeur leerde ik veel over de oorzaken waarom meisjes en vrouwen maar niet voor de technische rollen kiezen. En uit gesprekken die ik had met experts, bedrijven, onderwijsinstellingen, VHTO-medewerkers en vooral vrouwen en meisjes haalde ik ook vijf lessen die minder bekend zijn ofwel onverteerbaar blijven. Dit zijn de vijf dingen die ik het afgelopen jaar leerde over het vergroten van de participatie van vrouwen in bèta, techniek en IT. 

1. Vrouwen in de techsector beginnen aan die baan met het idee dat vrouwenemancipatie voltooid is en het feit dat zij vrij zijn een beroep te kiezen, daarvan het bewijs is. Als ze dan op de werkvloer toch vooroordelen tegenkomen in de vorm van twijfel aan hun deskundigheid, kunnen ze die ervaring moeilijk rijmen met hun idee dat er toch gelijkheid zou zijn en hebben ze niet de taal om te duiden wat er gebeurt. 

2. Het idee dat je geboren wordt met een wiskundeknobbel of technisch inzicht en dat dat samenhangt met je sekse is zeer hardnekkig aanwezig in de Nederlandse huiskamers, op de crèches en in de klaslokalen. De gevolgen van deze kolossale misvatting zijn niet alleen triest op een individueel niveau, maar ook heel kostbaar voor de samenleving; het potentieel wat daarmee onbenut blijft, is gigantisch. In een tijd waarin de energietransitie vraagt om technisch geschoolde vakmensen en we de ene na de andere algoritme hebben die discriminerend blijkt te werken, kunnen we ons dit niet meer veroorloven. 

3. Vrouwen in techniek en IT zijn geweldige rolmodellen voor de nieuwe generatie, maar wat we ook nodig hebben, zijn mannelijke bondgenoten. Mannen die begrijpen wat hun bevoorrechte positie hen tot nu toe heeft gebracht en hoe zij kunnen zorgen dat andere individuen die even gekwalificeerd zijn, dezelfde kansen krijgen als zij. Als elke mannelijke bondgenoot slechts twee andere mannen (en zeker ook andere vrouwen) kan helpen om bewust te worden van wat nodig is om kritisch op de eigen vooroordelen te reflecteren en eigen gedrag aan te passen, boeken we al enorme winst. 

4. Het is geen natuurwet dat in Nederland de participatie van vrouwen in techniek en IT zo ver achterblijft bij andere landen. Verandering is mogelijk en het feit dat op de middelbare scholen in de laatste tien jaar steeds meer vrouwelijke havisten en vwo-ers voor exacte profielen hebben gekozen, is daar het bewijs van (helaas geldt deze stijging niet voor vmbo). Het vereist echter bewustwording en actie bij het onderwijs, bij ouders, bij media en uitgevers en bij werkgevers. Overigens waren vroeger de eerste programmeurs veel vaker een vrouw en is IT pas later een mannenberoep geworden. Onze definities van welk beroep bij wie hoort, veranderen dus. 

5. Alle inspanningen en overheidscampagnes tot nu toe zijn vooral gericht geweest op het overhalen van meisjes om voor exacte vakken en studies te kiezen. Probleem is dat wanneer ze die keuze maken, ze dan toch uitvallen omdat ze op een omgeving stuiten die weinig voor ze open staat en alleen vrouwen in de vorm van ‘one of the guys’ duldt. Als we echt een meer divers samengestelde techniek sector willen, moeten we dan ook meer sleutelen aan gedrag en houding van de omgeving dan van de vrouwen. Fix the system, notthe girls

Sahar Yadegari - directeur
Sahar Yadegari – directeur

Over Sahar Yadegari

Sahar Yadegari is directeur van VHTO Expertisecentrum in bèta, techniek en IT. VHTO vindt dat een betere vertegenwoordiging van vrouwen in de techsector zal leiden tot meer gendergelijkheid, meer economisch rendement en betere technologie voor onze samenleving.